Met het programma Woningbouw is in 2022 ingezet op de bouw van 900.000 woningen tot en met 2030, een groei van de bouwproductie naar 100.000 woningen per jaar en het streven dat tenminste twee derde (67%) van de nieuwbouwwoningen betaalbare huur en koopwoningen zijn. In 2023 is deze woningbouwopgave verhoogd naar 981.000 woningen. De bijhorende betaalbaarheidsdoelstelling en de gemiddelde bouwproductie van 100.000 per jaar zullen bijgesteld worden naar de verhoogde opgave.
Deze startpagina geeft een overzicht van de doelstellingen en afspraken die zijn gemaakt tussen het Rijk en de provincies en een beeld van de woningbouwproductie vanaf 1 januari 2022.
De woningbouwproductie omvat zowel de gerealiseerde CBS nieuwbouwwoningen alsmede het saldo van overige toevoegingen en correcties minus onttrekkingen. Hiermee worden ook woningtransformaties, woningsplitsingen en functiewijzigingen tot de woningbouwproductie meegerekend.
Met programma woningbouw is in 2022 de opgave gesteld om 900.000 woningen te realiseren waarvan twee derde betaalbaar in de periode van 2022 tot en met 2030. Deze opgave is in 2023 bijgesteld naar 981.000 woningen in de periode van 2022 tot en met 2030. De opgave om betaalbare woningen te bouwen gaat bijgesteld worden naar de verhoogde opgave.
Sociale huurwoningen hebben een huur tot aan de liberalisatiegrens (2022: 763,47). Betaalbare huurwoningen zijn woningen met een huur tot 1000 euro per maand, betaalbare koopwoningen zijn woningen tot aan de NHG-grens (355.000 euro in 2022).
Cijfers over realisaties betaalbare woningen zijn in ontwikkeling, zodra de cijfers beschikbaar zijn wordt het dashboard geupdate.
Met programma woningbouw is in 2022 de opgave gesteld om gemiddeld 100.000 woningen per jaar te realiseren. Zo kunnen de 900.000 nieuwe woningen in de periode van 2022 tot en met 2030 gerealiseerd worden. De totale opgave is in 2023 bijgesteld naar 981.000 woningen in de periode van 2022 tot en met 2030. Het gemiddelde van 100.000 woningen per jaar zal omhoog bijgesteld worden.
De doelstelling van 100.000 woningen betreft de bruto toevoeging exclusief sloop. Deze bruto toevoeging omvat zowel de realisatie van reguliere woningen, als ook de toevoeging van flexwoningen, woningen door transformaties en woningsplitsingen.
De woningbouwaantallen in de jaarschijven zijn in overleg tussen Rijk en regio tot stand gekomen. Ondanks dat er een reality check heeft plaatsgevonden moeten deze woningbouwaantallen de komende jaren worden gemonitord en, daar waar nodig, bijgesteld. Dit wordt in overleg met de regio gedaan, waarbij rekening wordt gehouden met (regionale) ambities en de marktomstandigheden.